Een aantal maal per jaar is er een Taizé- viering in onze Cosmas en Damianuskerk. De Taizé-viering wordt verzorgd door eigen voorgangers. Zij kiezen een thema dat goed past bij het gedachtegoed van de oecumenische broedergemeenschap in het Franse Taizé. Iedereen is kind van God, broeder en zuster van elkaar.
HET VERHAAL VAN TAIZÉ DEEL I
In Zwitserland woonde een jonge man, Roger Schütz, zoon van een dominee. Jarenlang was hij ziek en moest hij veel in bed liggen. Toen ontstond bij hem het idee om een gemeenschap te beginnen. Eenmaal beter ging hij theologie studeren.
In 1940 -Roger was toen 25 jaar oud- brak in Europa de Tweede Wereldoorlog uit. Zwitserland hield zich afzijdig en bleef neutraal. Maar Roger voelde zich geroepen om mensen te helpen. Zijn oma had dat ook gedaan in de Eerste Wereldoorlog. Hij besluit om naar Frankrijk te gaan, het land waar zijn moeder vandaan komt. Frankrijk is voor een deel bezet door Duitsland. En daar vindt hij in een heel klein plaatsje, Taizé, een oud groot huis. Met een lening van zijn vader kan hij het huis kopen. Zijn zus Geneviève komt hem helpen. Zij vangen allerlei mensen op, Joden, andere vluchtelingen en onderduikers. Er is heel weinig te eten, geen stromend water uit de kraan. Uit respect voor de mensen die hij onderdak geeft, bidt Roger alleen en vaak gaat hij naar het bos om daar te zingen en te bidden. Hij wil de vluchtelingen, joden en mensen die denken dat er geen God is, niet kwetsen omdat hij bidt
In 1942 moeten zij Taizé verlaten omdat de Duitsers hen in de gaten hebben. Roger en zijn zus vluchten en gaan terug naar Zwitserland. Daar begint Roger samen met een paar mannen een kleine broedergemeenschap. In 1944, als Frankrijk is bevrijd, keert hij samen met een paar medebroeders terug naar Taizé. Opnieuw vangen zij mensen op die het moeilijk hebben. Geneviève gaat helpen om Joodse kinderen die geen ouders meer hebben op te vangen en Roger en zijn medebroeders ontvangen zelfs Duitse krijgsgevangenen uit een kamp in de buurt.
In die tijd, net na de oorlog is dat een groot gebaar van verzoening en vrede, dat je zelfs mensen die tot de vijand hoorden, ontvangt.
Langzaamaan sluiten een paar jonge mannen zich aan bij de eerste broeders en in 1949 verbinden zeven broeders zich aan elkaar om samen te leven en te werken in een broedergemeenschap in Taizé. Zij leven van het werk dat zij doen en hebben voor zichzelf geen bezit. Alles wat zij krijgen, geven zij aan arme mensen.
De broeders van Taizé, allerlei soorten christenen, protestanten en katholieken, staan open voor de wereld om hen heen. Zij ontvangen heel veel mensen, vooral jongeren, van overal vandaan. Dat doen zij vanuit hun diepste overtuiging, dat alle mensen deel uit maken deel van één enkele familie, waar je ook vandaan komt, wat je ook gelooft of niet gelooft. We zijn allen kinderen van God, die van alle mensen houdt.
HET VERHAAL VAN TAIZÉ DEEL II
Er zijn nu ongeveer 100 broeders in de gemeenschap van Taizé. Sommigen van hen wonen in arme gebieden van de wereld. Zij willen daar getuigen van vrede zijn en mensen die het moeilijk hebben helpen. In kleine broedergroepjes in Azië, Afrika en Zuid-Amerika leven de broeders net als de mensen om hen heen. Zij willen liefde uitstralen onder de armen, straatkinderen, gevangenen en stervenden, aan hen die in de steek gelaten zijn.
in Taizé staat inmiddels een hele grote kerk, waar heel veel mensen samen kunnen zijn om te vieren en te bidden, als je wilt in je eigen taal. Belangrijke elementen in vieringen in de stijl van Taizé zijn: bidden, zingen en stilte. De liederen bestaan vaak uit een enkele regel uit de Bijbel, in verschillende talen. Soms ook in het Latijn, omdat dat een algemene taal is die iedereen kan begrijpen.
De liederen worden vaak herhaald. Zo kan het lied als een gebed in jou een plaats vinden, zonder dat je er aan hoeft te denken, als een stil verlangen naar God.
In de stilte kun je tot jezelf komen en ruimte maken voor God. Er is geen preek en een viering duurt ook niet zo lang. Het gebed wordt niet afgesloten met Amen, omdat het gebed dag en nacht door gaat.
Veel mensen, vooral heel veel jongeren, vinden de weg naar Taizé om daar samen te zijn, elkaar te ontmoeten en samen te bidden. Door het samen delen, zingen en bidden en de gastvrijheid die zij ervaren, lijkt het vanzelfsprekend dat je over grenzen en verschillen heen kijkt. Dat je elkaar in het hart sluit en zo van binnen een rijker mens wordt.
Voor frère (broeder) Roger ging het erom dat je deze ervaring meeneemt naar huis en dat je daar in het gewone leven waar maakt wat je uit het evangelie hebt opgepikt. Niet alleen van binnen, maar vooral ook naar buiten toe kun je heel praktisch in je eigen omgeving laten merken wat Jezus jou door het evangelie wil leren.
Zoals bv het verhaal over de Samaritaan uit de evangelie lezing die we zojuist hebben gehoord. Jezus neemt hém als voorbeeld wie je broer of zus is. Niet alleen degene die op jou lijkt, dezelfde achternaam heeft, naar dezelfde school gaat, in jouw buurt woont of dezelfde taal spreekt. Nee, ook iemand die ergens anders vandaan komt, een andere huidskleur of geloof heeft, anders ruikt of zich anders gedraagt. Iedereen die hulp of aandacht nodig heeft, is jouw broer of zus.
En voor hem of haar kun je zorgen, je kunt helpen, luisteren en je hart open zetten. Het kunnen hele kleine dingen zijn, die ieder van ons kan doen, of je klein bent of groot, jong of oud.
helaas is frère Roger 10 jaar geleden vermoord door een verward iemand. Hij was toen 90 jaar oud. Maar zijn opvolger frère Alois en zijn medebroeders van Taizé blijven met hart en ziel deze boodschap uitdragen en in praktijk brengen: dat alle mensen met elkaar één enkele familie vormen en dat God woont in ieder mens, zonder uitzondering.