Tempel van God

1 Korintiërs 3: 16: “Weet gij niet, dat gij Gods tempel zijt en dat de Geest van God in u woont?”

 Veel mensen zullen op bovenstaande vraag een neen antwoorden. Het is nogal wat. Wij zijn een tempel en daar woont God in. Een tempel is een bijzondere plaats waar alles eerbiedig aan toe gaat. Waar bijzondere voorwerpen staan en waar mensen komen om God te aanbidden. Wij zouden zeggen dat wij Gods kerk zijn. Dat begrijpen we beter, want dan hebben we het over de kerk zoals wij die kennen. Dat bedoelt Paulus niet. Hij heeft het over onszelf, ons lichaam, onze ziel en geest. Dat God bij ons inwoont door de doop, waarmee de naam van Vader, Zoon en H. Geest over ons is uitgesproken. Sinds die tijd woont God IN ons. Dat betekent dat we bijzonder zijn, een heilig mens. Afgezonderd door en voor God. We moeten daarom zorgvuldig met ons lichaam omgaan en dat van anderen. Paulus spreekt verder dat we dit lichaam niet mogen schenden, zeg maar geen kwaad aandoen. Respect voor de ander en voor onszelf. Bewust worden dat God op een bijzondere wijze in ons woont, betekent dan ook dat we inzien dat God op dezelfde wijze in onze broeder en zuster woont. Net zo heilig, net zo bijzonder, net zo onschendbaar.