Doop

Romeinen 6: 3 en 4: “Gij weet toch, dat de doop, waardoor wij een zijn geworden met Christus Jezus, ons heeft doen delen in zijn dood? Door de doop in zijn dood zijn wij met Hem begraven, opdat ook wij, zoals Christus door de macht van zijn Vader uit de doden is opgewekt, een nieuw leven zouden leiden.”

Er is veel onbegrip over de doop. Velen zien het als een soort toetredingsritueel om lid te worden van de kerk. Het is echter zoveel meer dan dat. Paulus probeert er iets van uit te leggen. Jezus staat voor het nieuwe leven, een leven dat door de dood heen gaat. Een nieuw leven dat niet alleen bestaat in de hemel, maar nu al begint op de aarde. De doop verbindt ons op een bijzondere wijze met Jezus, waardoor dat nieuwe leven nu al in ons aanwezig is. Wanneer we worden gedoopt, dan worden we één met het leven van Jezus, die na zijn sterven weer levend werd.

Als gedoopten zijn we gevuld met dat nieuwe leven van de opstanding. Dat wil niet zeggen dat het daarmee het leven makkelijker wordt, integendeel eigenlijk. Het geeft ons een bijzondere verantwoording om ook naar dat nieuwe, hemelse leven te leven. In de praktijk van het leven blijkt steeds weer hoe moeilijk het is om vanuit die opstandingskracht, dat gedoopt zijn met nieuw leven, het verschil te maken. We mogen echter steeds opnieuw beginnen.