1 Thess. 1:8 “Van Tessalonica uit heeft het woord van de Heer weerklonken, en niet enkel in Macedonië en Achaïa; allerwegen is uw geloof in God bekend geworden. Wij hoeven niets meer te zeggen.”
Wat een getuigenis wordt hier gegeven. Er hoeft niets meer gezegd te worden, iedereen heeft het geloof van deze geloofsgemeenschap gezien. Wij hebben nog een hele weg te gaan. Men weet vaak wel dat wij gelovig zijn, maar ze kennen niet de vreugde van het geloof. Velen kijken vreemd op wanneer je gelooft. Vinden kerken vreemd en wantrouwen het. Nu is de kerkgeschiedenis niet iets waar je trots op kunt zijn, ook al gebeurde er meer goeds dan slechts, maar het slechte is wel heel verkeerd voor een kerk die zich op de liefde voor alle mensen richt. Aan ons om te laten zien dat geloven iets vreugdevols is, dat een gemeenschap een fijne plek is om te zijn en dat we elkaar vasthouden in het leven. Het is aan ons om te laten zien dat Jezus er voor alle mensen is en van hen houdt. Het is aan ons om te laten zien dat iedereen (todos) erbij hoort. Het is aan ons te laten zien dat we zorg hebben voor elkaar.
Geloven is niet je aan allerlei (kerkelijke) regels houden. Het is de vreugde om God te leren kennen, te ervaren hoeveel Hij van je houdt en op die weg te ontdekken wat goed is voor je leven en de samenleving en daar horen ook leefregels bij. Deze leefregels zijn er om je gelukkig te maken, om een zinvol en vreugdevol leven te leiden. Dan hoeven we eigenlijk niets meer te zeggen, dan is het te zien.