Aanvaarden

Filippenzen 2: 2 en 3: “Maakt dan mijn vreugde volkomen door uw eenheid van denken, uw eenheid in de liefde, uw saamhorigheid en eensgezindheid. Geeft niet toe aan partijzucht en ijdelheid, maar acht in ootmoed de ander hoger dan uzelf.”

Deze oproep van Paulus was nodig in de gemeenschap van Filippi. Deze oproep heeft haar betekenis niet verloren en is tot op de dag van vandaag van groot belang voor elke (geloofs)gemeenschap. Alle menselijke trekjes waardoor er onenigheid is of jaloezie en afgunst, komen ook in de geloofsgemeenschap voor. Mensen die niet goed met elkaar om kunnen gaan door verschillende karakters en eigenschappen, komen samen in de gemeenschap. Hoe gaan ze daar mee om? Neem je de ander zoals deze is, aanvaard je dat je er soms moeite mee hebt, maar acht je deze mens toch hoog? Zelfs hoger dan jezelf?

Een kenmerk van een geloofsgemeenschap zou moeten zijn dat iedereen welkom is en aanvaard wordt. Soms schuurt dat en kost het moeite de andere te aanvaarden zoals deze is. Dat mag en dat hoort erbij. Het gaat er niet om dat het niet mag schuren, het gaat erom dat we desondanks in liefde de ander haar plek geven. Dat we een stuk verder mee oplopen, meer geduld tonen en beseffen dat het regelmatig andersom precies hetzelfde is. Iemand die anders is, die moeite heeft met jou en jou moet leren aanvaarden. Dan groeien we naar een gemeenschap waar echt iedereen welkom is.