Belofte

2 Petrus 3: 13 en 14: “Maar volgens zijn belofte verwachten wij nieuwe hemelen en een nieuwe aarde, waar gerechtigheid zal wonen. In deze verwachting, geliefden, moet gij u beijveren onbevlekt en onberispelijk voor Hem te verschijnen, in vrede met God.”

Advent is de tijd van vooruitzien naar de komst van Jezus in de Kerstnacht. We noemen dat wel de eerste komst. Wij geloven dat Jezus nog een tweede keer zal komen. Zoals bij de Hemelvaart is gezegd dat we Hem op de wolken weer zullen zien. Wanneer dat is, blijft verborgen, al proberen veel mensen dat moment uit te rekenen. Zeker in tijden van oorlogen en onrust komt het verlangen en denken aan de terugkomst van Jezus bovendrijven. Met Advent kijken we niet zozeer uit naar het terugkomen van Jezus, als wel naar de hoop in duistere tijden. Dat God mens wordt, doet de hoop herleven dat we er niet alleen voor staan, dat God onder ons is en dat Hij ons steunt in onze weg naar een vrediger wereld. Die wereld is er nog niet, maar wanneer we in de geschiedenis terugkijken, is er minder oorlog dan ooit, leven minder mensen in armoede en is er heel veel inzet om onrecht te bestrijden, zowel door gelovigen als niet-gelovigen.

Wij mogen leven in de hoop dat God ons nabij is en helpt om de wereld rechtvaardiger te laten worden. Dat kost moeite en betekent dat we strijdvaardig moeten zijn in gebed, hulp aan anderen en onze vreugde en blijdschap van ons geloof blijven uitdragen. Uiteindelijk zal God een nieuw hemel en aarde geven waar gerechtigheid woont. Tot die tijd mogen wij aan die belofte werken en Zijn gerechtigheid in ons leven laten zien.