sacramentsdag

Hebreeën 9: 12: “Het bloed van zijn offer is zijn eigen bloed, niet dat van bokken en kalveren. Zo is Hij het heiligdom binnengegaan, eens voor altijd, en Hij heeft een eeuwige verlossing verworven.”

Deze best moeilijke zin gaat over het offer dat Jezus aan het kruis heeft gebracht. In het oude testament werden dieren geofferd als verzoening van begane zonden. Dat waren offers die op dat moment gebruikelijk waren, maar eigenlijk een voorbeeld waren voor het offer dat Jezus zou brengen. We noemen Jezus daarom ook wel het echte Paaslam. Hoewel die offers voor de tijd van Jezus werden gebracht, was de vergeving er niet minder om, omdat ze ook al naar Jezus verwezen. Hij vervulde een belofte die aan deze offers verbonden waren. Daarom is de verlossing die Jezus bracht een eeuwige verlossing. Dat wijst niet alleen naar de toekomst, maar ook naar het verleden. Het omsluit alle tijden en alle plaatsen.

Na zijn verrijzenis is Jezus het heiligdom in de hemel binnengegaan. In het boek Openbaringen staat dat Jezus steeds aan het altaar in de hemel voor ons om vergeving vraagt. Hij vraagt altijd weer om vergeving voor onze zonden en wij krijgen die steeds wanneer we er om vragen. Eigenlijk kunnen we ons dat niet goed voorstellen. Hoe kan je steeds voor het altaar staan om te bidden voor alle mensen en gelijktijdig zoveel anderen dingen doen. Dat is één van de mysteries die het overdenken waard zijn.