1 Johannes 2: 3 en 4: “Hoe weten wij dat wij God kennen? Er is maar een bewijs: dat we ons houden aan zijn geboden. Wie zegt dat hij Hem kent, maar zich niet houdt aan zijn geboden, is een leugenaar; in zo iemand woont de waarheid niet.”
Johannes hamert er op dat we ons aan Gods geboden houden. Nu geeft het woord ‘geboden’ veel mensen de kriebels, speciaal wanneer je het linkt met de kerk. Toch gaat net de mens goed wanneer deze zich houdt aan een aantal spelregels. Die spelregels, zijn geboden, zijn niet moeilijk en het zijn er niet veel. We kennen de 10 geboden, oftewel de 10 woorden, die we eigenlijk niet meer dan normaal vinden. Nu heeft Jezus deze nog eens teruggebracht naar 2 geboden namelijk: “Heb God lief boven alles en je naaste als jezelf.” Hoe eenvoudig kan het zijn! Johannes bedoelt deze geboden ook, maar dan wel in zijn uiterste consequentie. Niet God een beetje navolgen en je naaste een beetje liefhebben, maar dat met alles wat je hebt.
Wat is God liefhebben boven alles? Dat is Hem dagelijks zoeken in de samenkomsten, Hem aanbidden en de eucharistie vieren. Dat is God stellen boven geld, bezit, macht en wat deze wereld kan bieden. Me dunkt, daar hebben we de handen vol aan.
Wat is de naaste liefhebben als jezelf? In deze tijd waar het vooral om het ik gaat, weten we dat al te goed. De andere net zo liefhebben als je ik. Die ander centraal stellen en dat betekent dat je ik een stapje opzij moet doen. Me dunkt, daar hebben we onze handen ook vol aan.
Zolang we daar nog mee worstelen zijn we God nog aan het ontdekken en moeten we misschien wel voorzichtig zijn met de stelling dat we Hem zouden kennen. Wellicht is het beter te zeggen, dat we bezig zijn God te leren kennen.