1 Korintiërs 7: 31: “Kortom, zij die met het aardse omgaan, moeten er niet in opgaan; want de wereld die wij zien gaat voorbij.”
Hoe leef je volwaardig in deze wereld en hoe kun je er los van zijn, zodat je er niet in opgaat? Dat is nogal een opgave. Ons werk vraagt vaak veel en is veeleisend. Daarbij komt nog alles wat ons wordt aangeboden en waaraan we toch op de een of andere manier aan deelnemen. Je wilt erbij horen en dat betekent nogal wat. We weten wel dat we niets mee kunnen nemen naar de andere kant, maar toch besteden we een groot deel van ons leven om veel van dat aardse te gebruiken of te bemachtigen. Niet in opgaan omdat het morgen afgelopen kan zijn en wat neem je dan mee naar de andere kant? Geld en goederen tellen daar niet, maar wie jij bent en wat je met je talenten hebt gedaan in deze wereld. Was dat alleen voor jezelf of waren je inspanningen gericht op de ander. Was je genereus in aandacht en geld, had je liefde voor hen die je ontmoette of vertaalde je alles in aardse goederen en genoegens? Misschien is de vraag wel zo simpel wanneer we ons leven terugzien in het hiernamaals. Wat heb je gedaan voor God en je naaste. Wat zeg je dan?