Op 6 januari hebben we Driekoningen gevierd. Een oud feest, dat aangeeft hoe wijzen, die een ster hadden gezien, op weg gingen en een koningskind vonden. Ze brachten geschenken mee, die koninklijk waardig zijn, namelijk goud, wierook en mirre, toentertijd kostbare geschenken.
De drie koningen of wijzen spreken tot de verbeelding en zijn met name voor kinderen een mooie vorm om na te spelen. Wat wil het ons vandaag de dag nog zeggen? Zij gingen op weg naar een onbekend land, een onbekend kind en een onbekende reis. Zij gingen echter omdat ze iets gezien hadden waarvan ze niet los konden komen. Is dat niet ook ons verhaal? We zijn geboren en we zijn op reis gegaan naar een onbekende toekomst. We wisten dat we op reis moesten gaan, maar hoe die weg zo zijn was ons niet bekend. Waar we zouden wonen, studeren, werken en wie we tegen zouden komen als levenspartner. We hebben nu een deel van die reis afgelegd en misschien ben je het koningskind ook tegengekomen. Hij was niet te vinden in het paleis van de koning. Hij was te vinden in de diepte van je hart, in verdriet, pijn, in vreugde en in bijzondere ontmoetingen. Misschien ben je hem wel tegengekomen en heb je hem niet herkend. Misschien heb je de gaven die je bij je had niet aan zijn voeten gelegd, maar dat voor jezelf willen houden. De gaven die we hebben ontvangen om aan onze medemens te geven in ontmoeting, zorg en aandacht. De gave van goud om met anderen het woord van Gods liefde te delen, de gave van wierook om voor anderen te bidden, de gave van de mirre om anderen te zalven met zegen en vrede. Onze weg is nog niet ten einde, dus kijk uit of je het kind in de kribbe toch niet ergens tegenkomt. Hij is overal te vinden!